Je bent niet de enige met gedachten over wat jij en anderen wel en niet mogen doen. Anderen hebben daar ook gedachten over. Wanneer die gedachten niet hetzelfde zijn kunnen mensen de neiging hebben het gedrag van de ander te sturen. De ander zal op zijn beurt proberen te voorkomen dat zijn gedrag wordt gestuurd. Het sturen van elkaars gedrag is wat Foucault de machtsrelatie tussen mensen noemt.
Je zit middenin machtsrelaties. Vroeger (en wellicht nu nog) bepaalden je ouders en je leraren wat je wel en niet mag doen. Ook thuis, op je werk en in je vrije tijd zijn er anderen die je gedrag willen sturen. Waarschijnlijk probeer je zelf ook het gedrag van anderen te sturen en te voorkomen dat anderen jouw gedrag sturen. Volgens Foucault zijn machtsrelaties onvermijdelijk omdat je met mensen samenleeft.
Wie uiteindelijk het meest bepaalt wie wat mag doen (wie macht heeft over de ander), hangt volgens Foucault af van de onderstaande (met elkaar samenhangende) vijf factoren.
Je zult niet altijd even blij zijn met de ruimte die de machtsrelaties je geven om te doen wat je wilt doen. Dat komt dan door de invulling en combinatie van de vijf factoren. Het is daarom van belang dat je weet op welke manier de factoren je machtsrelaties bepalen en dat je probeert die zo te wijzigen dat jij het zélf bent die bepaalt wat je mag doen. Algemene tip: geef vooral een ander niet te veel macht.
Wie uiteindelijk het meest bepaalt wie wat mag doen (wie macht heeft over de ander), hangt volgens Foucault af van de onderstaande (met elkaar samenhangende) vijf factoren.
- De maatschappelijke verschillen tussen jou en de ander, waarbij het gaat om verschillen in status, functie, rijkdom, kennis, etc. Je laat je gedrag bijvoorbeeld eerder sturen door experts zoals artsen en naar mensen die rijk zijn wordt veelal meer geluisterd dan naar de zwervers op straat. De machtsrelatie wordt niet alleen bepaald door deze maatschappelijke verschillen, maar zorgt ook voor het ontstaan en voortbestaan van deze verschillen.
- De instrumenten waarover jij en de ander kunnen beschikken om het gedrag van een ander te sturen of om te voorkomen dat je gestuurd wordt. Belangrijk hierbij zijn de mogelijkheden om het gedrag van een ander te kunnen waarnemen en om vervolgens te kiezen hoe je daarop gaat reageren. Reageren kan bijvoorbeeld door:
a. overtuigen met argumenten,
b. het belonen of bestraffen van gedrag door onder meer het geven van complimenten, geld te geven of af te nemen, (dreigen met) het inzetten van geweld,
c. misleiding of
d. vluchten. - De mate van institutionalisering van de machtsrelatie tussen jou en de ander. In sommige gevallen zijn onderdelen van de machtsrelatie tussen jou en de ander vastgelegd of hebben een bepaalde (formele) status in de vorm van bijvoorbeeld tradities, gewoonten, regels en wetten. Veelal zijn daarvoor ook specifieke organisaties ingesteld (zoals de rijksoverheid, de gemeente, de politie, de school, de kerk, de werkplek) of zijn er bepaalde samenlevingsvormen (formeel of informeel) erkend (zoals het (homo)huwelijk, het gezin, de familie etc.), die een bepaalde machtsrelatie ondersteunen of juist handhaven. ‘School’ is bijvoorbeeld bedacht omdat men vindt dat kinderen zich op een bepaalde manier moeten gedragen.
De laatste twee factoren die de machtsrelatie bepalen hangen sterk samen met ethiek (zie ook de voorgaande blog) en kennis (zie de volgende blog) die samen met macht je gedachten vormen over wat wel niet mag (zie de blog van 3 maart 2019). Het gaat om de onderstaande factoren. - De doelen die jij en de ander nastreven (dit hangt samen met de wensen en verlangens zoals beschreven in de vorige blog over ethiek).
- De effectiviteit van de inzet van instrumenten. Foucault noemt dit ook wel de mate van rationaliteit van je keuze over de inzet van instrumenten.
Je zult niet altijd even blij zijn met de ruimte die de machtsrelaties je geven om te doen wat je wilt doen. Dat komt dan door de invulling en combinatie van de vijf factoren. Het is daarom van belang dat je weet op welke manier de factoren je machtsrelaties bepalen en dat je probeert die zo te wijzigen dat jij het zélf bent die bepaalt wat je mag doen. Algemene tip: geef vooral een ander niet te veel macht.