drs J.M. (Marcel) Breet
  • HOME
  • EXPERTISE
  • PRO-OVERHEID
  • FRANKRIJK IN CIJFERS
  • ZORGEN VOOR JEZELF

De waarheid is dat je geen eigen leven hebt (maar wel mogelijkheden)

31/3/2019

0 Reacties

 
Alleen mag je meer, maar heb je minder. Wanneer je alleen bent kan je alles doen wat je wilt omdat niemand zegt dat je iets niet mag doen. Maar alleen is je leven minder prettig. Voor onze wensen en verlangens hebben we anderen nodig. Wanneer we ziek zijn hebben we anderen nodig om ons te verzorgen. Veel van de spullen die je gebruikt zijn door anderen gemaakt. 

Je hebt een eigen lichaam, maar niet een eigen leven. Je leven bestaat uit je relaties met anderen: je bent kind, vriend, partner, collega, ouder, consument, kiezer, clubgenoot, landgenoot etc. Je leeft samen en daarom denk je samen. 
  • Net zoals jijzelf maakt ieder voor zichzelf een keuze hoe zich te gedragen in het nastreven van wensen en verlangens (ethiek). 
  • Net zoals jijzelf probeert iedereen een ander te sturen en probeert tegelijkertijd zelf zo min mogelijk gestuurd te worden (macht).
  • Net zoals jijzelf heeft iedereen ideeën over wat het beste werkt (kennis). 
Via ethiek, macht en kennis komen gedachten van jou en anderen samen en vormen een gedeeld onderscheid tussen wat wel en wat niet mag. Dit gedeelde onderscheid is een evenwicht tussen alle verschillende gedachten. Wellicht ben je het niet altijd (volledig) eens met het gedeelde onderscheid, maar het is op dat moment in die specifieke relatie tussen jou en anderen het enige geldige onderscheid tussen wat wel en niet mag. 

Geen eigen leven, niet één identiteit
Het thema dat je bestaat via je relaties met anderen wordt ook beschreven in het boek “Iemand, niemand en honderdduizend” van de Italiaanse schrijver en Nobelprijswinnaar Luigi Pirandello (1867-1936). De hoofdpersoon in dat boek realiseert zich op een gegeven moment dat hij niet de iemand is die hij dacht te zijn, maar de honderdduizend verschillende iemanden zoals anderen hem zien. Je hebt dus niet alleen geen eigen leven, je hebt ook niet één identiteit.
​


Foucault noemt het gedeelde onderscheid tussen wat wel en niet mag de waarheid. Voor Foucault is de waarheid niets anders dan de verhouding tussen ethiek, macht en kennis die je op een specifiek moment ervaart en die op dat moment zorgt voor een onderscheid in gedrag dat wel en dat niet is toegestaan. Het ontstaat door je relaties met anderen. Foucault noemt de waarheid daarom intersubjectief, het is iets wat mensen met elkaar delen. Waarheid ontstaat telkens opnieuw. Nieuwe inzichten en ervaringen maken het mogelijk dat je anders bent gaan denken. Een ander heeft dat ook. Bij elk nieuw contact tussen jou en anderen is er dus sprake van het ontstaan van een nieuwe (actuele) verhouding (een nieuw evenwicht) tussen ethiek, macht en kennis. Het ontstaan van een dergelijk nieuw evenwicht noemt Foucault het spel – of de strijd – om de waarheid, of beter gezegd: om de status van de waarheid. Het is een strijd om het veranderen of het juist herbevestigen van wat wordt gezien als gedrag dat wel en dat niet is toegestaan. Het enige dat voor Foucault stabiel is in de verhouding tussen ethiek, macht en kennis, is het onderscheid dat eerder in de tijd bestond tussen gedrag dat wel en niet is toegestaan (hij noemt dat de historische a priori) en dat de basis vormt voor manier waarop we nu bepalen welk gedrag wel en niet wordt gezien als acceptabel. 

Wanneer je niet tevreden bent met de ruimte die hebt om te doen wat je wilt, dan komt dat door je relatie met anderen. Samen met jou bepalen ze wat je wel en niet mag doen. Dit onderscheid is altijd tijdelijk, dus de situatie (de waarheid) zoals die nu is kan morgen anders zijn. Je toekomst zit dus vol mogelijkheden om meer ruimte te krijgen om te doen wat je wilt doen! Maar dan moet je daar via ethiek, macht en kennis wel aan actief aan werken. In de volgende blog meer hierover.

De waarheid ligt in de toekomst
Foucault zei dat hij hoopte dat de waarheid van zijn boeken in de toekomst lag. In een interview in 1980 vertelde hij over een opstand in de Franse gevangenissen twee jaar eerder waarbij de gevangenen van twee van de gevangenissen één van zijn boeken hadden gelezen en de teksten naar elkaar schreeuwden. Voor hem was dat een politieke en actuele waarheid die plaatsvond nadat zijn boek was geschreven.


0 Reacties

Kennis: weten wat werkt

25/3/2019

0 Reacties

 
Wat je wel en niet mag doen, hangt behalve van ethiek en macht (zie voorgaande blogs) af van de kennis waarover we beschikken. Voor Foucault is kennis datgene wat je kunt leren en wat kan worden onderwezen. Kennis is het keer op keer kunnen herbeleven van eenzelfde ervaring op basis van een systematische analyse van objectief (voor iedereen) beschikbare bronnen. Het is weten wat werkt.

Kennis is praktisch
Kennis wordt vaak gekoppeld aan wetenschap zoals dat op universiteiten plaatsvindt. Maar het is breder dan dat. Het geldt bijvoorbeeld (juist) ook als uitgangspunt voor praktische handelingen zoals het bouwen van huizen en wegen, het aanleggen van elektriciteit en waterleidingen en het klaarmaken van eten. Ook daarvoor moet je weten wat werkt.​

Volgens Foucault bestaat kennis niet uit zichzelf maar komt het voort uit onze ervaringen. Ervaringen tussen mensen zijn verschillend en jijzelf (net zoals ieder ander) doet steeds weer nieuwe ervaringen op. Daarom verandert kennis steeds en staat het steeds ter discussie wat we als kennis beschouwen. Kennis is voor Foucault dan ook niet iets waarover je absolute zekerheid kunt hebben. Foucault spreekt over de mate van kennis waarover mensen beschikken, waarbij het meer gaat over onze verwachting dat iets op een bepaalde manier werkt.

Kennis stelt je in staat om te twijfelen over wat je doet (of wat anderen doen). Het laat je nadenken over je eigen (ethische) afwegingen en je machtsrelaties met anderen. Foucault noemt kennis hierdoor ook wel het strategische onderdeel van elke ervaring, omdat het je in staat stelt te bepalen hoe je op een andere manier kan reageren wanneer je een bepaalde situatie als onprettig ervaart. Het helpt bij het maken van een rationele keuze. Een rationele keuze is voor Foucault een keuze die efficiënt en effectief is, een keuze waarvan je weet (of in ieder geval verwacht) dat het werkt. 

Weten wat werkt kan je helpen meer prettige ervaringen te krijgen, maar dan moet je wel zeker zijn dat je keuzes voor jou echt efficiënt en effectief zijn. Anderen kunnen ons misleiden door meningen te presenteren als echte kennis, ze proberen dan ons gedrag te sturen op basis van iets dat voor jou niet echt effectief en efficiënt is. Zorg er dus voor dat je (steeds beter) weet wat werkt.

Je kunt niet alles weten
Kennis is handig en zelfs noodzakelijk, maar je kunt zelf niet alles weten. De Amerikaanse psycholoog en socioloog Herbert Simon (1916-2001) gaf aan dat een mens beperkte tijd, informatie en verstandelijke vermogens heeft om bij het maken van een keuze zelf alle relevante aspecten te kunnen betrekken. Simon sprak dan ook van beperkte rationaliteit of begrensde rationaliteit van de mens. Een oplossing hiervoor biedt de voormalige Amerikaanse president en academicus Woodrow Wilson (1856-1924) met zijn uitspraak dat hij niet alleen zijn eigen hersenen gebruikt maar ook alle hersenen die hij kan lenen.

0 Reacties

Macht: bepalen wie wat mag doen

18/3/2019

0 Reacties

 
Je bent niet de enige met gedachten over wat jij en anderen wel en niet mogen doen. Anderen hebben daar ook gedachten over. Wanneer die gedachten niet hetzelfde zijn kunnen mensen de neiging hebben het gedrag van de ander te sturen. De ander zal op zijn beurt proberen te voorkomen dat zijn gedrag wordt gestuurd. Het sturen van elkaars gedrag is wat Foucault de machtsrelatie tussen mensen noemt.
Foto
Je zit middenin machtsrelaties. Vroeger (en wellicht nu nog) bepaalden je ouders en je leraren wat je wel en niet mag doen. Ook thuis, op je werk en in je vrije tijd zijn er anderen die je gedrag willen sturen. Waarschijnlijk probeer je zelf ook het gedrag van anderen te sturen en te voorkomen dat anderen jouw gedrag sturen. Volgens Foucault zijn machtsrelaties onvermijdelijk omdat je met mensen samenleeft.

Wie uiteindelijk het meest bepaalt wie wat mag doen (wie macht heeft over de ander), hangt volgens Foucault af van de onderstaande (met elkaar samenhangende) vijf factoren.
  1. De maatschappelijke verschillen tussen jou en de ander, waarbij het gaat om verschillen in status, functie, rijkdom, kennis, etc. Je laat je gedrag bijvoorbeeld eerder sturen door experts zoals artsen en naar mensen die rijk zijn wordt veelal meer geluisterd dan naar de zwervers op straat. De machtsrelatie wordt niet alleen bepaald door deze maatschappelijke verschillen, maar zorgt ook voor het ontstaan en voortbestaan van deze verschillen.
  2. De instrumenten waarover jij en de ander kunnen beschikken om het gedrag van een ander te sturen of om te voorkomen dat je gestuurd wordt. Belangrijk hierbij zijn de mogelijkheden om het gedrag van een ander te kunnen waarnemen en om vervolgens te kiezen hoe je daarop gaat reageren. Reageren kan bijvoorbeeld door: 
    a. overtuigen met argumenten, 
    b. het belonen of bestraffen van gedrag door onder meer het geven van complimenten, geld te geven of af te nemen, (dreigen met) het inzetten van geweld,
    c. misleiding of 
    d. vluchten.
  3. De mate van institutionalisering van de machtsrelatie tussen jou en de ander. In sommige gevallen zijn onderdelen van de machtsrelatie tussen jou en de ander vastgelegd of hebben een bepaalde (formele) status in de vorm van bijvoorbeeld tradities, gewoonten, regels en wetten. Veelal zijn daarvoor ook specifieke organisaties ingesteld (zoals de rijksoverheid, de gemeente, de politie, de school, de kerk, de werkplek) of zijn er bepaalde samenlevingsvormen (formeel of informeel) erkend (zoals het (homo)huwelijk, het gezin, de familie etc.), die een bepaalde machtsrelatie ondersteunen of juist handhaven. ‘School’ is bijvoorbeeld bedacht omdat men vindt dat kinderen zich op een bepaalde manier moeten gedragen.

    De laatste twee factoren die de machtsrelatie bepalen hangen sterk samen met ethiek (zie ook de voorgaande blog) en kennis (zie de volgende blog) die samen met macht je gedachten vormen over wat wel niet mag (zie de blog van 3 maart 2019). Het gaat om de onderstaande factoren
    .

  4. De doelen die jij en de ander nastreven (dit hangt samen met de wensen en verlangens zoals beschreven in de vorige blog over ethiek).
  5. De effectiviteit van de inzet van instrumenten. Foucault noemt dit ook wel de mate van rationaliteit van je keuze over de inzet van instrumenten.

Je zult niet altijd even blij zijn met de ruimte die de machtsrelaties je geven om te doen wat je wilt doen. Dat komt dan door de invulling en combinatie van de vijf factoren. Het is daarom van belang dat je weet op welke manier de factoren je machtsrelaties bepalen en dat je probeert die zo te wijzigen dat jij het zélf bent die bepaalt wat je mag doen. Algemene tip: geef vooral een ander niet te veel macht.
​
Foto
0 Reacties

Ethiek: zelf kiezen hoe je wilt zijn

11/3/2019

0 Reacties

 
Je hebt wensen en verlangens. Ze geven waarde aan de ervaringen in je leven. Wensen en verlangens veranderen steeds en kunnen van alles zijn. Je wensen en verlangens botsen soms met wat je wel en niet mag doen. Je moet dan een keuze maken tussen het volgen van je wensen en verlangens aan de ene kant en je houden aan wat je wel en niet mag doen aan de andere kant. Deze keuze noemt Foucault een ethische afweging. 
Foto
Foucault gaat uit van de Griekse invulling van ethiek waarbij iemand over een uitstekend ethos beschikt wanneer anderen het gedrag van die persoon accepteren (zie ook het onderstaande kader). Het gaat om de keuze van je gedrag in relatie een ander. Bijvoorbeeld over hoe je je gedraagt als kind in relatie tot je ouder(s), als vader of moeder in relatie tot je kind(eren), als partner in relatie tot je levensgezel, als buur in relatie tot je buren, als collega in relatie tot je de mensen met wie je werkt etc. Er is hierbij geen sprake van goed of fout gedrag, alleen van de mate waarin (de verschillende) anderen je gedrag accepteren.

Je ethische afweging bepaalt je gedrag. Maar niet als enige. De kennis waarover je beschikt en de machtsrelaties waarin je je bevindt bepalen je verwachting over de positieve en negatieve gevolgen van je gedrag. Deze verwachting zet je af tegen je wensen en verlangens. Op deze manier beïnvloeden kennis en machtsrelaties je ethische afweging. 

Welke afweging je ook maakt, het is niet goed of fout (want dat bestaat niet in de wereld van Foucault), maar het heeft wel gevolgen voor de relatie met jezelf en voor je relatie met anderen. Jijzelf bent de enige die uiteindelijk een keuze maakt over hoe jij je gedraagt en hoe ethisch je daarbij wilt zijn.
Foto
0 Reacties

Wat je wel of niet mag doen, is je eigen gedachte

3/3/2019

0 Reacties

 
Het onderscheid tussen wat je wel en niet mag doen overheerst je hele leven. Dit onderscheid is jouw manier van denken. Het is je eigen gedachte, maar die gedachte vorm je niet volledig zelf. Elke gedachte over wat je wel en niet mag doen, wordt volgens Foucault namelijk gevormd door a) de combinatie van je eigen plichtsbesef of zelfkennis (dat vanuit jezelf komt) en b) de invloed en afhankelijkheid van factoren buiten jezelf (je omgeving).

a) Vanuit jezelf - ethiek
Je gedachten worden beïnvloed door je wensen en verlangens over wat je wilt doen en hoe je wilt zijn als persoon voor jezelf en voor de mensen om je heen (voor je ouders, je partner, je kinderen, je vrienden, je collega’s, etc.). Je kiest zelf hoe je wilt zijn. Foucault noemt dit het ethische onderdeel van elke gedachte.

b) Vanuit je omgeving – macht en kennis
  • Je manier van denken over wat je wel en niet mag doen, wordt ook beïnvloed door anderen die proberen jouw gedrag te sturen (waarbij jij eventueel probeert dat te voorkomen). Ook kan het zijn dat jij zelf het gedrag van anderen wilt sturen en dat die anderen daar weer op reageren. Het gaat hier om wat Foucault de machtsrelatie tussen mensen noemt.
  • Ten slotte speelt kennis een rol bij de vorming van een gedachte, het gaat om weten wat werkt. Kennis is de bron voor je twijfels over de juistheid van je eigen gedrag en het gedrag van anderen. Het geeft je een mogelijkheid om te reflecteren op het ethische onderdeel en de machtsrelatie tussen mensen, maar ook om te beoordelen of de keuzes die je maakt goed voor je zijn. Foucault noemt kennis daarom ook wel het strategische deel van een gedachte.​
​De combinatie van ethiek, macht en kennis bepaalt elke gedachte die je hebt – maar ze vormen tegelijk ook elkaar. De invloed van elk van deze drie op je manier van denken is niet per se altijd even groot. Soms worden je gedachten gedomineerd door je wensen en verlangens, soms meer door machtsrelaties of door kennis. Wel geldt dat altijd alle drie voor elke gedachte van belang zijn. Via je denken zijn ze ook van belang voor je gedrag en je ervaringen. Je denken vormt de bron van je gedrag waaruit een (positieve of negatieve) ervaring volgt. En die ervaring is weer een basis voor de vorming van een nieuwe gedachte over wat je wel en niet mag doen.
Hoewel het wellicht soms lijkt dat wat je wel niet mag doen iets is dat je overkomt, wil Foucault dat jij je beseft dat het onderscheid tussen wat je wel en niet mag doen je eigen gedachte is. Weliswaar wordt die gedachte ook gevormd door factoren buiten jezelf, maar uiteindelijk maak jijzelf het jouw manier van denken.
Foto
Foto
0 Reacties

Je leven lang word je overheerst, maar je bent vrijer dan je denkt

1/3/2019

0 Reacties

 
In het menselijk leven gaat het maar om één ding: het onderscheid tussen wat je wel en niet mag doen. Dit overheerst je hele leven. Je leert dit onderscheid al in je eerste kinderjaren tijdens je opvoeding en later op school. Het gaat door op je werk en in je vrije tijd waar altijd regels gelden over wat je moet doen of juist moet laten. Dit frustreert soms omdat je hierdoor niet altijd kan doen wat je wil doen, het kan je het gevoel geven dat je een gevangene bent van de regels en de situatie waarin je je bevindt. En als je toch een keer iets doet dat wat je eigenlijk had moeten laten, dan loop je het risico je daar schuldig over te voelen, ruzie te krijgen, belachelijk te worden gemaakt, gestraft te worden, opgesloten te worden, gepest te worden, uit de groep te worden gegooid of door anderen met de nek te worden aangekeken.
Foto
​Vanwege de overheersing van je leven door het onderscheid tussen wat je wel en niet mag doen, noemde de Franse filosoof Michel Foucault (1926-1984) de wereld gevaarlijk (maar niet per se slecht) omdat je moet altijd op de hoede moet zijn voor de inperking van wat je mag doen. Maar hij was ervan overtuigd dat mensen vrijer zijn dan ze denken dat ze zijn. Voor Foucault is vrijheid de mogelijkheid om te veranderen. Het krijgen van die vrijheid begint volgens hem met het begrijpen hoe het onderscheid tussen wat je wel en niet mag doen tot stand komt. Daarna kan je bepalen hoe je zou kunnen en zou willen reageren op de frustraties die je ervaart. In dit blog lees je over de ideeën van Foucault en over hoe ze kunnen worden toegepast in je dagelijks leven.
Foto
0 Reacties

    Archieven

    April 2019
    Maart 2019
    Februari 2019

    Categorieën

    Alles

    RSS-feed

PRO-OVERHEIDSITE VOOR (ONLINE) ONDERSTEUNING IN DE (SEMI)PUBLIEKE SECTOR
AAN INFORMATIE OP DEZE WEBSITE KUNNEN GEEN RECHTEN WORDEN ONTLEEND